maandag, november 20, 2006

Arnhems markten

Vandaag, 17 november 2006 was ik op de markt in Arnhem om mensen aan te spreken over lijst 14 en politiek.

Om te beginnen vroeg ik bij een bloemenstal heel beleefd aan de standhouder of hij het goed vond wanneer ik in de buurt van zijn kraam zou gaan staan om te folderen."Ga weg, ik wil er niets mee te maken hebben" was de reactie, "niet hier". Hij bewoog heftig zijn arm heen en weer. "Ik begrijp dat u niets van de politiek moet hebben? Daarvoor zijn wij juist opgericht", zei ik. Ik probeerde uit te leggen wat lijst 14 wil. Hij is niet voor rede vatbaar en zegt resoluut: "ik neem niets van u aan". Ik druip af en probeer het bij een paar agenten die op de markt patrouilleren: "heren mag ik iets vragen?" Een agent kan dit deze vraag natuurlijk niet ontkennend beantwoorden, maar ik zie de twijfel. "Weet u al wat u gaat stemmen?" vraag ik zonder antwoord af te wachten, ervan uitgaande dat een diender toch wel dit burgerrecht als plicht op zal vatten. "Ja, en we weten ook wat we gaan stemmen." Ik vraag of zij van lijst 14 hebben gehoord. Dat is niet het geval. De folder die ik hen voorhoud wil men niet, tijdens diensttijd mogen ze niets aannemen. Even verderop gaat het beter. Een jonge vrouw kijkt zeer geïnteresseerd, dankt vriendelijk voor de info en wenst me veel succes.

Opmerkelijk is dat ongeveer tweederde van de mensen totaal geen interesse heeft. Of ze reageren helemaal niet op mijn stem, of ze zeggen al lopend geen tijd te hebben. Er zijn ook mensen die wel tijd hebben maar niet willen. Ze hebben - zo blijkt later - helemaal geen vertrouwen meer in de politiek. Ze hebben daarvoor een sterke neus en zien dat ik iets politieks wil. Ze hebben ook geen vertrouwen in nieuwkomers. Het is echt basta. Ik schat dat dit bij ongeveer 5-10 % van de mensen het geval is en natuurlijk vrijwel alle marktkooplui. Zij zijn niet in de stemming om iets van de politiek te aanvaarden. Een man die tabakswaren verkoopt heeft mijn prevelementje aan anderen gehoord en kijkt nieuwsgierig. Hij neemt de info aan. Ik zie hoe men voor twee euro meters stof probeert te verkopen en de mooiste mutsen voor een euro. Wetend hoe duur alles elders is vraag ik me af hoe deze mensen een inkomen kunnen verwerven. Er zijn veel minder kramen dan vroeger.

Ik kom bij een groepje ambtenaren die van een visje staan te genieten. Zij zijn duidelijk als ambtenaar te herkenen. “Mag ik u iets vragen?” Ja, ook zij kunnen niet weigeren. “Gaat u woensdag stemmen?” “Ja, natuurlijk!” “Weet u al waarop u gaat stemmen?” Er is geen reactie. “Kent u lijst 14?” “Nee, nog niet van gehoord.” “Wilt u zich hier eens in verdiepen en mocht het u aanspreken, dan weet u wat u kunt doen, praat er dan ook a.u.b. over, want lijst 14 komt te weinig in het nieuws, terwijl het wel nieuws is.” Eén van de vier neemt aarzelend de folder aan. Ik vraag of ze op het provinciehuis werken. Ja. “Oh, dan weet u van alle ins en outs. U kijkt in de keuken, dus dat komt wel goed.”

Even later ontmoet ik een vrouw die een bijzondere gave heeft. Ze is helderziende en heeft diverse dromen gehad. Er zal in Nederland binnenkort iets heel ergs gebeuren, want het kan zo niet doorgaan. Ze is erg gelovig en het kan toch niet zo zijn dat God het allemaal maar blijft tolereren dat gedrag van ons. Ik probeer haar uit te leggen dat lijst 14 mensen graag meer willen samenwerken voor goede zaken en rechtvaardigheid willen bevorderen. Dat mensen van elders ook mee moeten doen. "Mevrouw het is te laat. De opvoeding van de kinderen is ver beneden pijl en we hebben de mensen van elders te lang genegeerd." Ik geef aan dat het nooit te laat is om anders te gaan doen. Ze neemt de folder na 20 minuten praten mee. Uiteindelijk ontmoet ik iemand uit mijn oude woonplaats Westervoort die mij herkent en het allemaal erg mooi vindt . Ze neemt ook een folder voor haar buurvrouw mee.

In een uur of twee raak ik zo'n 100 exemplaren kwijt. Wel allemaal aan mensen die beloven het te lezen en als het aanspreekt er ook over te willen praten.
Twee mensen zeggen van lijst 14 te hebben gehoord. Alle anderen wisten van niets. Vooral jonge mensen en mensen van elders zijn geïnteresseerd. Men is de gangbare politiek beu, met name ook door de wijze waarop men de laatste tijd de debatten invult, heeft men er nog meer afschuw van gekregen. Er zijn ook mensen die heel trouw zijn aan hun politieke partij. Ter hoogte van de kaas hoor ik ineens "Ha Lies". Het is een vriendin die een half jaar geleden naar Oosterbeek verhuisde. Ze nodigt me uit voor de lunch, maar ik wil verder folderen. Nog een half uur en dan gaan we. Ze weet niet wat ze hoort over lijst 14 en is erg tevreden.

Een oude dame die ik aanspreek weet wel wat ze zal gaan stemmen, zoals ongeveer 30 procent van de mensen die ik vraag, aangeeft. Maar ze is haar stemkaart kwijt. Ik raad aan contact op te nemen met de gemeente en dit verlies te melden. Ze neemt de folder mee. Zal zij misschien van gedachten veranderen?

Een kalende gezette heer komt aangeflitst. “Meneer gaat u ook stemmen?” “Ja, CDA”, roept hij zonder me aan te kijken. Het is Harry de Vries, fractie voorzitter Gelderse Staten. Eens zat hij bij mij met rode oortjes thuis in de stoel toen ik probeerde uit te leggen waarom we niet meer asfalt moeten willen aanleggen.

Bij een kraam met riemen, gerund door mensen uit Turkije vraag ik ook: “heren gaat u woensdag stemmen?” “Ja, PvdA.” PvdA is het enige dat nuttig voor hen is. Ik laat lijst 14 zien. Hun ogen beginnen te glanzen als ik zeg zelf kandidaat te zijn. Ze nemen de folders als een geschenk in ontvangst en ik weet zeker dat de vijf woorden genoeg zijn voor twee stemmen. De Nederlandse kraamhouders willen zoals gezegd niets met politiek. Bij de sluiting van de markt probeer ik het nog een keer: “heren u werkt zo hard... U verdient meer.” Een folder gevend loop ik door.

We gaan op weg naar Oosterbeek, voor een onverwacht bezoek in prachtige herfstige omgeving met veel zonnegloed, denk ik na over de vraag hoe je die kleuren groen het beste kan benoemen, zodat je aan de klank hoort hoe het groen werkelijk is. Dat lukt niet. Gouden bladeren dwarrelen veelvuldig omlaag. Het is een gastvrij huis daar in Oosterbeek en ik word ten onrechte nu al de hemel in geprezen.

Lies Visscher
Lijst 14, nummer 3

Geen opmerkingen: